Binnenkort...


Zaterdagnamiddag 17 november 2012 om 13u30 uur

 

Dag van de Natuur 2012

Werenberg Boutersem

Dit jaar gaan we een bos aanplanten op het perceel aan het vroegere zomerverblijf van de scouts op de Werenberg.

Afspraak: Dorpsplein Boutersem, vanaf daar staan wegwijzertjes naar de werkplaats.
Meebrengen: aangepast schoeisel en kledij
Organisatie: Natuurpunt Velpe-Mene
Info: www.velpe-mene.be - natuurpunt@velpe-mene.be


Zaterdag 24 november 2012 van 9 tot 16 uur

Natuurwerkdag Spoorwegzate Hoegaarden
Hakhout sprokkelen

Afspraak: Containerpark Hoegaarden
Info: Roland Grugeon en Raf Nilis, 0472 21 28 70 - roland.grugeon@telenet.be


Zaterdag 1 december 2012 vanaf 17 uur

Afdelingsspaghetti 'GeefomNatuur Velpe-Mene'

Locatie: Gemeentelijke feestzaal Boutersem
Info: www.velpe-mene.be - natuurpunt@velpe-mene.be
Inschrijven:
niet nodig, opbrengst integraal voor de natuurgebieden van Natuurpuntafdeling Velpe-Mene


Zondag 2 december 2012 om 10 uur

Winterwandeling over akkervogels

Foto: Harvey Van Diek / Buiten-beeld

Afspraak: Basisschool Mariadal, Klein Overlaar 3, Hoegaarden
Meebrengen: wandelschoenen, verrekijker, aangepaste kledij
Organisatie: Regionaal Landschap Zuid-Hageland
Info: www.rlzh.be - Hanne Vandewaerde, 016 81 55 49 - hanne.vandewaerde@rlzh.be


Zaterdag 15 december 2012 om 20 uur

Donkere Wandeling - Sterrenwandeling

Afspraak: kerk Goetsenhoven Sint-Laurentiusstraat
Info: Geert Jansen en Filip Bolleire, 0473 90 06 43 - raf.nilis@adsl20.be


Wist-je-datjes


Milieudebat Tienen, 18 september 2012

Ter gelegenheid van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 organiseerde de MilieuAdviesRaad van Tienen een milieudebat met 8 Tiense partijen.

Hier vind je het overzicht van hun TOP 10 milieubeleidspunten.


Werkdag Aardgat 3 november, verslag in de pers

Lees het persartikel op de cover van de Streekkrant (klik op afbeelding):


November

is de elfde maand van het jaar in de Gregoriaanse kalender, en heeft 30 dagen. De naam komt van het Latijnse novem voor negen. November was oorspronkelijk de negende maand van het jaar, omdat tot 153 voor Christus het Romeinse kalenderjaar in maart begon.

De volksnaam voor de maand november is Slachtmaand. In deze maand werd op elke boerderij wel een varken geslacht. Andere toepasselijke namen zijn Smeermaand (in verband met varkensvet) en Bloedmaand.

Omdat het in november onbestendig of dol weer kan zijn spreekt men ook van Loefmaand (loef is een oude naam voor ‘dol’). Nu hebben alleen de eik, els en wilg nog blad. Paddenstoelen zijn er volop te vinden. De vogeltrek gaat nog volop door, zowel overdag als ’s nachts.

Op het Noordelijk halfrond is november de laatste maand van de meteorologische herfst. Door de almaar lager wordende temperatuur, het gure weer en steeds korter wordende dagen staat deze maand vanouds voor verval, somberheid en wanhoop. Dit thema komt bijvoorbeeld terug in de songs November van Tom Waits en November Rain van Guns N' Roses. De maand is daarmee de tegenhanger van mei.

November is sinds 2003 de maand waarin mannen hun snor laten groeien en die laten sponsoren voor fondswerving in de strijd tegen prostaatkanker. De maand wordt dan Movember (met de m van moustache) genoemd.

Bij deze maand horen de volgende weerspreuken:

  • Als het met Allerheiligen sneeuwt, leg dan uw pels gereed.
  • Geeft Allerheiligen zonneschijn, dan zal het spoedig winter zijn.
  • November warm en fijn, het zal een strenge winter zijn.
  • Zwaait de winter al in november zijn staf, zijn rijk zal rap vinden het graf.
  • Wie houdt van wind, november bemint.
  • Als op Sint-Maarten de ganzen op het ijs staan, zullen ze met kerstmis door`t slijk gaan.
  • November telt dertig dagen, maar het dubbele aan wind en regenvlagen.

Vogeltrek

Bron: www.natuurweetjes.nl

Dagtrekkers
Zoals de zwaluwen (deze kunnen dan overdag insecten vangen). Dagtrekkers vertrekken een half uur voor zonsopgang. De mannetjes blijven het dichtst bij het broedgebied, de vrouwtjes trekken iets verder en de jongen nog iets verder.

Deeltrek
Kieviten blijven na het broedseizoen in onze streken, totdat er vorst optreedt. Zij trekken dus mee met de vorstgrens. Voedselgebrek en strenge vorst in Noord-Europa kan massale deeltrek van een bepaalde soort (bijvoorbeeld kruisbekken, notenkrakers of pestvogels) naar ons land veroorzaken. Dit noemen we invasie.

Nachttrekkers
Onder andere de fitis, lijstersoorten, koperwiek, merel, tjiftjaf. Ze vertrekken meestal een half uur voor zonsondergang. Nachttrekkers oriënteren zich op de sterren, met name de poolster. Bij bewolking maken ze gebruik van een magnetisch kompas. Hoe ze het magneetveld van de aarde waarnemen is nog steeds niet duidelijk. Voordelen van ’s nachts trekken: er zijn minder predatoren (= dieren die zich voeden met andere dieren) actief, het vliegen gaat gemakkelijker (minder turbulentie en horizontale winden) waardoor energie bespaard wordt. En ’s nachts is de lucht kouder en vochtiger. Het lichaam raakt zo de warmte, die het lichaam produceert door de inspanning van het vliegen, beter kwijt. Ook kunnen ze gemakkelijker overdag eten zoeken. Helaas zijn roofvogels, kraanvogels en ooievaars afhankelijk van thermiek (opstijgende warme lucht) om zich te verplaatsen. Het drijven op de luchtstromen kost weinig energie.

Ruitrek
Eenden en futen trekken naar andere oorden om te ruien (= van veren wisselen).

Slaaptrek
Soms worden grote groepen van wel tienduizenden spreeuwen waargenomen. Deze spreeuwen verzamelen zich om op één plek de nacht door te brengen. Gezamenlijke overnachten is veel veiliger dan alleen. Andere vogels die met velen tegelijk overnachten zijn kraaiachtigen en meeuwen.

Voedseltrek
Vogels vliegen overdag van hun slaapplaats naar hun voedselgronden. Dat kan kilometers verderop zijn. Ook in het broedseizoen is voedseltrek te zien. In het Waddengebied is een heel speciale voedseltrek waar te nemen: strandlopers, wulpen, scholeksters en andere steltlopers trekken met laag water naar het wad om voedsel te zoeken. Met hoog water trekken ze in grote groepen naar de kwelders, droge zandplaten en weilanden achter de dijk.

Hoogten
Kleine zangvogeltjes (bij windstil weer) 30-35 km/uur 100-1000 meter
Grotere soorten (spreeuwen) 40-45 km/uur. Gierzwaluwen 1500-3000 meter
Kieviten en kramsvogels 3000 meter
Ooievaars 5000 meter
Wilde Eenden, rosse grutto 6000 meter
Grutto’s 6500 meter
Wilde zwanen 8200 meter
Boven zee vliegen vogels hoger dan boven land. Bij tegenwind spreekt men van lage trek, omdat de vogels dan vliegen tussen de 15-100 meter hoogte. Ze leggen dan circa 100-150 kilometer per dag af. Bij wind in de rug op 100-3000 meter hoogte en afstanden van 400 km/dag.

Afstanden
Kleine vogels halen de overtocht van de Sahara niet in één keer. Een grasmus bijvoorbeeld kan zonder onderbreking circa 400 kilometer afleggen (35-40 km/uur), maar moet dan weer opvetten. Zij vetten aan de rand van de woestijn extra op en laten alle niet-noodzakelijke organen nóg kleiner worden.
Steltlopers kunnen non-stop 4000 km afleggen met een snelheid van 68-80 km/uur.
Een ooievaar 7000 km, een grutto 4000-5000 km en een kwartelkoning 4000-10 000 km.

Route
Radarwaarnemingen hebben bewezen dat vogels gebruik maken van landschapskenmerken als bergen, kustlijnen en rivieren. Vogels zijn gevoelig voor het aardmagnetisch veld. Met behulp van hun interne ‘kompas’ (zintuig) kunnen ze koers bepalen. Uit experimenten is gebleken dat vogels ook op de zon en de sterren kunnen vliegen. Een bewolkte hemel is niet gunstig. Ook gebruiken ze hun reuk en gehoor.

Beste plekken voor vogeltrek
Om zeeën op hun trekroute over te steken zoeken vogels vaak smalle zeestraten uit. Op deze plekken vindt de zogenaamde stuwing plaats, alsof miljoenen vogels door een trechter moeten.
* Falsterbø (zuidelijkste puntje Zweden): massale overtocht naar Noord-Duitsland of Denemarken.
* Gibraltar (Zuid-Spanje): overtocht naar Afrika (met een piek 3de week september).
* Bosporus (Turkije): oostelijke oversteek naar Afrika (met een piek 3de week september).
Langs Gibraltar trekt de hoofdmoot van de West-Europese wespendieven, zwarte wouwen, aasgieren, slangenarenden, dwergarenden en grauwe kiekendieven. De meeste roofvogels in Oost-Europa kiezen voor de route over de Bosporus (soms een onafgebroken stroom van duizenden schreeuwarenden, buizerds en Balkansperwers).

Gevaren op de trekroute
- Jacht (met name in Frankrijk, Italië).
- Sahara: de woestijn is droog, bloedheet en het gevaar om geen oase te kunnen vinden om ‘bij te tanken’.
- Slecht weer.
- Voedselgebrek.
- Hoogspanningskabels, gasvlammen van fabrieken, boorinstallaties.
- Windmolens.