Google Custom Search


Distelbestrijding en begrip ‘schadelijke distels’ juridisch onderuit gehaald


Insectenweelde op bloeiende akkerdistels. Foto Luc Nagels

De distelbestrijding is voor sommige gemeentebesturen bijna een obsessie. Dikwijls wordt hier proportioneel veel gemeentelijke energie ingestoken, soms is het een dagtaak van de milieuambtenaar en de politie. Net alsof de distels het milieu- (milieuambtenaar) of het veiligheidsprobleem (politie) in de landelijke gemeenten vormen. De distelbestrijding is een relict van een andere samenleving toen met de hand geoogst moest worden en distels een echt probleem waren. Nu is dat niet meer het geval. Distels vormen integendeel de voedselbron van vele insecten en vlinders en zijn belangrijk voor de biodiversiteit. Het probleem van de distels is veelal een probleem dat enkel tussen de oren van mensen zit en waarmee gemeentebesturen hun (achterhaalde) flinkheid kunnen bewijzen. Gemeenten die vierkant hun voeten vegen aan biodiversiteit en dan totaal disproportioneel milieudienst en politie inzetten voor distelbestrijding. Dat het gaat om een probleem tussen de oren komt ook vaak tot uiting in meer algemene klachten van inwoners: op de percelen van Natuurpunt woekeren wilde planten of groeien struiken die moeten bestreden worden. Als gevolg van de distelbestrijding zijn al vele waardevolle vegetaties met pesticiden bestreden.

De distelbestrijding is gebaseerd op het Koninklijk Besluit van 19 november 1987 dat distels als schadelijk definieert. Het Arbitragehof heeft echter bij Arrest van 31 januari 1989 bevestigd dat de bevoegdheid tot het regelen van schadelijke wilde dier- en plantensoorten vervat zit in de bevoegdheid inzake natuurbehoud en natuurbescherming die sinds de Bijzondere Wet op de Staatshervorming van 8 augustus 1980 volledig aan de gewesten toekomt. Bijgevolg houdt dit arrest van het Arbitragehof in dat de hele federale plantenbestrijdingswetgeving die dateert van na 1980, voor zover het gaat over de bestrijding van wilde planten (zoals distels) en dieren, zondermeer op een bevoegdheidsovertreding berust en bijgevolg onwettig is. Derhalve is de notie ‘schadelijke distels’ en de verdelgingsplicht van distels niet meer geldig en zelfs illegaal.

In vele gemeenten wordt geschermd met politieverordeningen rond de distelbestrijding die in de meeste gevallen gebaseerd zijn op het voornoemd K.B. en dus ook onwettig zijn. In sommige gemeenten werd de distelbestrijding opgenomen in een ‘Gemeentelijke Administratieve Sanctie’ met boete. Goed om weten is dat de rechtspraak ook hier intussen korte metten mee maakt. Zo werd de boete die in dit kader door de gemeente Maarkedal aan Natuurpunt opgelegd werd door de Provincie Oost-Vlaanderen op 2 februari 2012 vernietigd.
Kortom: bij klachten rond distels duidelijk laten weten dat de verplichte distelbestrijding niet meer bestaat en dat we ons niet laten opjagen door mensen of gemeentebesturen die distels beschouwen als hét probleem van de dag. Distels maken deel uit van het landschap en laat dit duidelijk verstaan. Natuurlijk kunnen in welbepaalde gevallen, wanneer het gegrond is omwille van goed nabuurschap, de distels in toom gehouden worden. Maar dat is nog iets anders dan alle distels te vuur en te zwaard verdelgen.

Zie ook artikel blz. 26 in Natuur en Landschap, 2012/3: (pdf) klik hier